BTW-teruggaafregeling oninbare vorderingen sterk vereenvoudigd

30 januari 2017

Snellere teruggave, de termijn is verkort van twee jaar naar één jaar

Vanaf 2017 kunt u eerder en eenvoudiger de BTW terugvragen die u heeft afgedragen op een factuur indien uw afnemer de rekening niet betaalt.

Wat is de regeling voor BTW oninbare vorderingen vanaf 2017?
Wanneer een in rekening gebracht bedrag niet of niet volledig wordt betaald, heeft u recht op teruggaaf van eerder voldane BTW. Dit recht ontstaat op het tijdstip waarop definitief vast komt te staan dat er sprake is van een oninbare vordering.

Nieuw vanaf 2017 is dat in de wet een tijdstip is opgenomen waarop geacht wordt dat sprake is van een oninbare vordering. Dat tijdstip is één jaar nadat de niet betaalde vordering opeisbaar is geworden. Op dat moment ontstaat dus recht op BTW-teruggaaf.

Welke aanpassing is nog meer doorgevoerd?
Met de nieuwe regeling kunt u de teveel voldane BTW gewoon via uw reguliere BTW-aangifte terugvragen. U hoeft hiervoor dus geen afzonderlijk verzoek meer in te dienen.

Tevens is vastgelegd in de wet dat als de niet-betaalde vordering alsnog (geheel of gedeeltelijk) wordt betaald, de (inmiddels via de aangifte weer terugontvangen BTW) weer via de eerstvolgende reguliere BTW-aangifte verschuldigd wordt.

Datzelfde geldt met ingang van 2017 ook voor afgetrokken BTW op ontvangen facturen die u niet (meer) betaalt. U heeft dan ten onrechte BTW teruggevorderd. Ook hier geld een termijn van één jaar. Als de factuur na dat jaar alsnog wordt betaald, herleefd het recht op aftrek wederom.

Al deze BTW-wijzigingen kunt u dus vanaf 2017 eenvoudig in uw reguliere BTW-aangifte verwerken.

Voor vorderingen die opeisbaar zijn geworden vóór 1 januari 2017 voorziet het wetsvoorstel in een overgangsregeling.

Deel dit artikel


Wil jij op de hoogte worden gehouden met interessante updates waar je echt iets aan hebt?
Schrijf je dan hier in.




Alle Nieuws