Draag vastgoed over aan een open fonds voor gemene rekening
13 december 2022

Het alternatief voor de zwaarbelaste vakantiewoning in box 3.
De afgelopen jaren is op grote schaal spaargeld ondergebracht vanuit box 3 naar BV’s, open fondsen voor gemene rekening of open commanditaire vennootschappen. Waarom? Omdat u privé wel belasting moest betalen over uw spaargeld, ongeacht uw rendement, terwijl u over het spaargeld in een BV, open fonds voor gemene rekening of open commanditaire vennootschap slechts belasting betaalde over het werkelijke rendement. De komende jaren zou het omgekeerde wel eens enorm populair kunnen worden. Het kan fiscaal voordelig zijn ‘overige bezittingen’ vanuit privé aan BV’s, open fondsen voor gemene rekening of open commanditaire vennootschappen over te dragen. Met name voor de overdracht van vastgoed lijkt het open fondsen voor gemene rekening het meest aantrekkelijke alternatief.
Rechtsherstel door de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft met het Kerstarrest 2021 een einde gemaakt aan de pure diefstal door de overheid van uw box 3 spaartegoed. Heeft u bezwaar gemaakt tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2017 tot en met 2020? Dan bent u één van de 60.000 gelukkigen waarvan de aanslag naar aanleiding van het arrest is verlaagd. Heeft u niet tijdig bezwaar gemaakt? Dan bent u (waarschijnlijk) definitief bestolen door de overheid. Tenzij u tijdig uw spaargeld heeft geparkeerd in een BV of vergelijkbaar vehicle wat aan de vennootschapsbelasting onderworpen is, want dan gaat de ’box 3-soap’ ook aan uw deur voorbij.
Spaargeld privé, goed idee!
Dankzij de aanpassing van de wet in reactie op het arrest van de Hoge Raad is de belastingheffing op spaartegoeden weer redelijk rechtvaardig. U wordt nu immers belast voor het werkelijk rendement dat u kunt behalen op uw spaargeld. Dankzij deze wetwijziging (de forfaitaire spaarvariant) kan het spaargeld weer terug naar box 3.
Tip: Doe dat voor alle zekerheid wel ná 1 januari 2023.
De BV dan maar opheffen?
Als u de spaargelden weer in privé heeft, wat te doen met de BV? Dat ligt er aan. Als u naast spaartegoeden geen overige bezittingen heeft in privé dan kunt u de BV opheffen. Maar heeft u in privé nog overige bezittingen dan kan de BV ook onder de nieuwe ‘spaarvariant’ een uitkomst bieden tegen de nog steeds forse belastingheffing in box 3 over de overige bezittingen.
Tip: draag deze bezittingen dan over vóór 1 januari 2023. Bedenk dat de peildatum voor het belastingjaar 2023 met rasse schreden nadert.
Het kabinet wil een heffing over werkelijke vermogensinkomsten inclusief vermogenswinsten invoeren. Deze zal in 2026 in werking treden. Tot die tijd zal voor box 3 als overbruggingswetgeving de forfaitaire spaarvariant worden gehanteerd. In 2023, 2024 en 2025 zou een VPB-lichaam kunnen worden gebruikt voor ‘overige bezittingen’, zoals vroeger de spaar-bv voor spaargeld.
Niet voor alle bezittingen
Ter bepaling of een bezitting het beste in privé (box 3) kan worden gehouden dan wel in een VPB-lichaam moet worden ondergebracht, is een fiscale drukvergelijking nodig tussen de verschillende boxen. Grofweg kunt u de vuistregel hanteren dat het niet zinvol is om overige bezittingen uit privé over te dragen aan een VPB-lichaam als het rendement op de bezitting meer dan 5% per jaar is.
Aandelen leveren bijvoorbeeld op lange termijn gemiddeld een rendement op van tenminste 6% per jaar. Als u erop vertrouwt dat dit gehaald wordt, bent beter af in box 3.
De meest voor de hand liggende categorie die overgedragen kan worden aan een VPB-lichaam zijn bezittingen met een laag rendement (behalve banktegoeden en contant geld). U kunt hierbij denken aan (zeer) defensieve beleggingsportefeuilles, (familie)vorderingen met een lage rente of (niet vrijgestelde) spaar- en verzekeringspolissen.
Verder kunt u denken aan bezittingen waarbij men vanwege onvoorspelbaarheid van het rendement de voorkeur geeft aan heffing over het reële rendement om te voorkomen dat men in verliesjaren belasting moet betalen.
Bij een rendement van 2% bedraagt de effectieve belastingheffing over het rendement in box 3 bijna 100%. Draagt u deze bezitting over aan een VPB-Lichaam dan bedraagt de effectieve heffing ongeveer 40%. Het behoeft geen betoog dat inbreng van een dergelijke bezitting in een VPB-lichaam raadzaam is.
Bij vastgoed is overheveling naar een VPB-lichaam meestal niet raadzaam. Enerzijds omdat bij vastgoed meestal een hoger rendement wordt behaald dan netto 5% en anderzijds vanwege de overdrachtsbelasting die is verschuldigd bij de overdracht. Als het vastgoed is gefinancierd bij een bank moet u bovendien toestemming aan de bank vragen.
Alternatief: vastgoed overdragen naar een open fonds voor gemene rekening
Er zijn echter ook vastgoedobjecten waarvan de opbrengst lager is dan 5% of objecten die geen direct rendement opleveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan weilanden die in eigen gebruik zijn of gronden die in pacht zijn uitgegeven. Of wat te denken van uw in Nederland gelegen vakantiewoning die u uitsluitend zelf gebruikt. Wil men toch overdragen aan een VPB-lichaam om uit de belastingheffing in box 3 te blijven dan zou u kunnen denken aan het civielrechtelijk transparante open fonds voor gemene rekening (OFGR). Brengt u vastgoed in zo’n fonds in dan kan de overdrachtsbelasting daarbij beperkt blijven tot het aandeel van de vennoten/participanten die geen eigenaren van het vastgoed waren. Men laat bijvoorbeeld de kinderen voor 10% participeren. Slechts over die 10% is dan overdrachtsbelasting verschuldigd. Bij een OFGR moet men overigens niet de juridische of economische eigendom in een stichting onderbrengen, maar de huidige eigena(a)r(en) tot beheerder(s)/bewaarder(s) maken. Dit omdat overdracht aan de stichting tot heffing van overdrachtsbelasting zou leiden.