Fiscale wijzigingen 2023 (onder voorbehoud)

20 juli 2022

Kernwoorden zijn afschaffing, versobering en lastenverzwaring

Traditioneel worden de belastingplannen voor het komende jaar op Prinsjesdag officieel bekend gemaakt. Maar inmiddels zijn al de nodige plannen, al dan niet onder voorbehoud, bekend geworden. We behandelen een aantal van de te verwachten maatregelen wat u de mogelijkheid biedt om hierop te anticiperen.

Box 1: inkomen uit werk en woning

Afschaffing inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) per 1 januari 2025

Het kabinet wil de IACK voor ouders met kinderen afschaffen. Een uitzondering geldt voor ouders met kinderen die vóór 2025 zijn geboren.

Afschaffing middelingsregeling per 1 januari 2023

De middelingsregeling geeft u recht op belastingteruggave als uw inkomen in box 1 over een periode van drie achtereenvolgende jaren sterk heeft gewisseld. Met de afschaffing van de regeling is de periode 2022-2024 het laatste tijdvak waarover middeling mogelijk is.

Beperken 30%-regeling voor expats tot Balkenendenorm

Expats, werknemers die (tijdelijk) vanuit het buitenland naar Nederland komen om te werken, kunnen gebruikmaken van een extra vrijstelling van hun inkomen. Kort gezegd: 30% van hun loon ontvangen zij belastingvrij. Het voorstel is om deze regeling vanaf 2024 te beperken tot een maximum van de Wet Normering Topinkomens, kortweg in de volksmond Balkenendenorm genoemd (2022: 216.000 euro).

Ondernemers: afschaffing van de fiscale oudedagsreserve (FOR) per 1 januari 2023

Per 1 januari 2023 wordt de opbouw van de FOR niet meer fiscaal gefaciliteerd.

Ondernemers verliezen door de afschaffing de mogelijkheid om ten laste van hun winst te reserveren voor een hun oude dag. De bestaande oudedagsreserve kan nog wel op basis van huidige wet- en regelgeving worden afgewikkeld, door het bijvoorbeeld om te zetten in een lijfrenteproduct.

Ondernemers: afbouw zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting wordt met ingang van 2023 tot en met 2030 (in zes stappen van 650 euro en twee stappen van 605 euro) afgebouwd van 6.310 euro naar 1.200 euro.

DGA’s: verlagen doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon van 25% naar 15%

Directeur-aandeelhouders (DGA) zijn verplicht om een marktconform salaris uit hun vennootschap op te nemen dat vergelijkbaar is aan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Als de beloning van de DGA niet meer dan 25% dat dat loon afwijkt en tenminste 48.000 euro bedraagt, zal de Belastingdienst niet corrigeren. Deze doelmatigheidsmarge wordt verlaagd naar 15%. DGA’s zijn dus verplicht vanaf 2023 een hoger loon in aanmerking te nemen en dus meer loonbelasting af te dragen.

Box 2 inkomen uit aanmerkelijk belang

Introductie twee schijven

Als een aandeelhouder een belang heeft van 5% of meer in een vennootschap en dividend ontvangt of aandelen verkoopt, betaalt de aandeelhouder hierover 26,9% inkomstenbelasting. Het plan is om per 2024 een twee-schijventarief in te voeren. Het tarief in de eerste schijf wordt 26% voor een inkomen tot 67.000 euro en de tweede schijf wordt 29,5% voor het inkomen daarboven. Als het aan de tweede Kamerleden Maatoug, Van der Lee (beiden GroenLinks) en Nijboer (PvdA) ligt, wordt het tarief in de tweede schijf zelfs 40,59% over het inkomen boven de 60.000 euro. Zij hebben hiervoor een initiatiefwetsvoorstel ingediend.

Heeft de DGA een fiscaal partner? Dan kan de DGA twee keer gebruik maken van het lagere tarief in de eerste schijf. Over de eerste 134.000 euro dividend is dan 26% inkomstenbelasting verschuldigd. Dat de partner geen aandelen heeft in de vennootschap maakt voor het deels fiscaal toerekenen van dividend aan de partner niet uit.

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen BV

Wie op 31 december 2023 meer heeft geleend van ‘zijn’ BV dan 700.000 euro moet (mogelijk) over het meerdere belasting betalen. Staatssecretaris Van Rij heeft het (gewijzigde) wetsvoorstel ingediend. Doel van het wetsvoorstel is om vanaf 2023 excessief lenen van de eigen BV te ontmoedigen. Vanaf 2023 moeten aanmerkelijkbelanghouders die meer dan 700.000 euro lenen van hun eigen BV inkomstenbelasting in box 2 betalen. Schulden van de partner en van ‘verbonden personen’ aan de BV van de DGA tellen ook mee. Schulden in verband met de eigen woning blijven onder voorwaarden buiten beschouwing.

Box 3 inkomen uit sparen en beleggen

Overbruggingswetgeving 2023 en 2024

Het kabinet gaat voor de belastingjaren 2023 en 2024 overbruggende wetgeving voor box 3 laten ontwerpen. Dit is een reactie van het kabinet op de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 (Kerstarrest).  Deze wetgeving moet het huidige box 3 stelsel gaan vervangen en wordt gebaseerd op de forfaitaire spaarvariant. Het kabinet is van mening dat met deze aanpassing box 3 in lijn wordt gebracht met Europese regelgeving. Deze wetgeving geldt totdat een nieuw stelsel wordt ingevoerd op basis van het werkelijk behaalde rendement. De bedoeling is dat een nieuw stelsel wordt ingevoerd in 2025, maar uit recente berichtgeving valt op te maken dat die deadline nu al onhaalbaar lijkt.

Afschaffing leegwaarderatio per 1 januari 2023

Woningen, andere dan de 1e eigen woning, worden voor de heffing in box 3 gewaardeerd tegen WOZ-waarde. Als de woning wordt verhuurd, heeft dat in het algemeen een waardedrukkend effect. Dit waardedrukkend effect wordt tot uitdrukking gebracht door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met een vastgesteld percentage volgens de leegwaarderatiotabel. Het voorstel is dat de leegwaarderatio in box 3 per 1 januari 2023 wordt afgeschaft. Dit is een eerste stap om verhuurd vastgoed in box 3 meer in de heffing te betrekken. Met afschaffing van de leegwaarderatio wordt het vastgoed in box 3 aangegeven tegen de volledige WOZ-waarde, zoals die geldt per 1 januari van het betreffende jaar. Uit recente berichtgeving valt af te leiden dat de leegwaarderatio niet wordt afgeschaft maar wordt versoberd.

Schenk- en erfbelasting

Versobering leegwaarderatio per 1 januari 2023

Woningen worden voor de heffing van de schenk- en erfbelasting gewaardeerd tegen WOZ-waarde. Als de woning wordt verhuurd, heeft dat in het algemeen een waardedrukkend effect. Dit waardedrukkend effect wordt tot uitdrukking gebracht door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met een vastgesteld percentage volgens de leegwaarderatiotabel. Uit recente berichtgeving valt af te leiden dat de leegwaarderatio ook voor de schenk- en erfbelasting wordt versoberd. Met de versobering van de leegwaarderatio wordt meer schenk- en erfbelasting geheven over de schenking en vererving van verhuurde woningen. Zie ook onze nieuwsbrief van 15 juli 2022.

Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning per 2024 en verlaging in 2023

De schenkingsvrijstelling eigen woning (jubelton) wordt per 1 januari 2024 volledig afgeschaft. Per 1 januari 2023 wordt de eenmalige vrijstelling voor kinderen al verlaagd naar 27.231 euro. Als u nog gebruik wenst te maken van de (zeer) hoge vrijstelling voor de schenking eigen woning van thans 106.671 euro, moet u dit voor 1 januari 2023 vastleggen. U kunt de schenking nog wel spreiden over twee of drie kalenderjaren. Als u het eerste deel van het bedrag in 2022 geeft, mag u de rest in 2023 en 2024 geven en toch gebruik maken van de hoge vrijstelling.

Overige aanpassingen 

Vennootschapsbelasting: verlagen eerste schijf ‘opstaptarief’

Bedrijven betalen vennootschapsbelasting over hun winst. De eerste schijf in de vennootschapsbelasting bedraagt op dit moment 15% over een winst tot 395.000 euro. Over het meerdere wordt 25,8% betaald. De eerste schijf (ook wel het ‘tariefopstapje’ genoemd) wordt weer verlaagd naar 200.000 euro. Hierdoor komen vennootschappen eerder in de hoogste schijf van 25,8% terecht.

Afbouw van algemene heffingskorting

Iedere belastingplichtige heeft recht op algemene heffingskorting wanneer het inkomen in box 1 niet meer bedraagt dan 69.398 euro (2022). Voorgesteld wordt om ook het inkomen in box 2 en box 3 te laten meetellen. Belastingplichtigen met een relatief laag inkomen in box 1 en een hoog inkomen uit aanmerkelijk belang en/of inkomen uit sparen en beleggen, zullen hiermee geconfronteerd gaan worden.

Verhoging algemeen tarief overdrachtsbelasting van 8% naar 10,1%

Het kabinet heeft plannen het algemene tarief in de overdrachtsbelasting te verhogen van 8% naar mogelijk 10,1%. Deze maatregel zou starters en doorstromers meer ruimte moeten bieden op de woningmarkt, omdat beleggers door deze maatregel mogelijk worden ‘afgeschrikt’ om woningen als belegging te kopen.

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

Het kabinet wil de onbelaste reiskostenvergoeding voor werknemers per 1 januari 2023 verhogen van 19 cent per kilometer naar 21 cent per kilometer per 1 januari 2023 en 23 cent per kilometer per 1 januari 2024. Het kabinet moet nog besluiten over de exacte bedragen. Daarover wordt pas op Prinsjesdag meer duidelijk.

Deel dit artikel


Wil jij op de hoogte worden gehouden met interessante updates waar je echt iets aan hebt?
Schrijf je dan hier in.




Alle Nieuws