Ruimere mogelijkheden opbouw van pensioen voor ondernemers

12 september 2023

Kansen voor uw financiële planning.

De mogelijkheden voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening voor ondernemers waarbij nog gebruik gemaakt kan worden van een fiscale faciliteit is de afgelopen jaren fiscaal sterk ingeperkt. In 2017 werd de opbouw van pensioen in de eigen BV afgeschaft en met ingang van dit jaar kan een ondernemer niet meer toevoegen aan de fiscale oudedagsreserve (FOR). De nagenoeg enige mogelijkheid om nog met een fiscale faciliteit een oudedagsvoorziening op te bouwen is het betalen  van een fiscaal aftrekbare lijfrentepremie bij een bank of verzekeringsmaatschappij. In beginsel is deze aftrek beperkt tot het bedrag aan ‘de jaarruimte’ en ‘de reserveringsruimte’. Maar op dat gebied is er wel goed nieuws te melden.

Gevolgen van Wet Toekomst pensioenen

Op 30 mei 2023 is de Wet Toekomst pensioenen aangenomen. Met deze wet worden een aantal mogelijkheden om pensioen op te bouwen gelijker getrokken. Dat gebeurt door een verhoging van de maximale premieruimte in ‘de jaarruimte’ voor box 1-lijfrenten. De jaarruimte voor box 1-lijfrenten is tot en met 2022 gemaximeerd op 13,3% van een bepaalde premiegrondslag (inkomen). Deze aftrek-/premieruimte stijgt naar 30% (!!) van die premiegrondslag. Daarmee komt de aftrekruimte voor ondernemers meer in de buurt van de ruimte die werknemers hebben voor pensioenopbouw via hun werkgever.

Aftrek lijfrentepremie tegen het hoge belastingtarief erg aantrekkelijk

Sinds de invoering van de afbouw van aftrekposten tegen het hoogste belastingtarief bestaan er nog nauwelijks aftrekbare posten die in de inkomstenbelasting afgetrokken kunnen worden tegen het hoogste belastingtarief van 49,5% [1]. De lijfrentepremie [2] is een aftrekpost die nog wel afgetrokken mag worden tegen het hoogste belastingtarief.  De uitkeringen uit een lijfrente of bankspaarproduct zijn te zijner tijd uiteraard wel belast. Maar met in het achterhoofd de wetenschap dat een uitkering van de lijfrente mogelijk ‘maar’ belast wordt vanaf uw AOW-datum tegen een belastingtarief van 19,03% [3]  kunt u een enorm fiscaal voordeel behalen met de aftrek van een lijfrentepremie [4]. Een vereenvoudigd voorbeeld maakt dit duidelijk:

Voorbeeld

Stel: uw inkomen bedraagt jaarlijks € 100.000 [5]. Het inkomen voor de berekening van de  jaarruimte 2023 moet u eerst corrigeren met een zogeheten AOW-franchise. Daarna past u het percentage van 30% toe. In dit voorbeeld is de jaarruimte (€ 100.000 – € 13.646) * 30% = € 25.907. Het belastingvoordeel bij een fiscaal inkomen van € 100.000 bedraagt 49,5% * € 25.907 = € 12.823. Uw netto investering bedraagt € 25.907 – € 12.823 = € 13.084.

Stel dat u vanaf uw AOW-datum gedurende 5 jaren een uitkering krijgt uit de lijfrente van € 5.141,80 per jaar [6] en uw fiscaal inkomen inclusief de uitkering uit de lijfrente jaarlijks € 30.000 bedraagt [7]. U betaalt over de lijfrente-uitkering 19,03% belasting en 5,43% premie ZvW. Uw netto inkomen uit de lijfrente bedraagt dan in totaal 5 * € 5.141,80 = € 25.907 – 24,46% (€ 6.336) = € 19.571.

Conclusie: uw krijgt geld toe van de fiscus! Uw netto inkomen uit de lijfrente bedraagt € 19.571 en uw netto investering € 13.084. Ook als de uitkeringen belast zouden worden in 2e tariefschijf [8] bedragen de netto uitkeringen meer dan uw netto investering [9].

Cash-out of toch maar zelf sparen?

Vergeet niet dat wanneer u de jaarruimte inlegt voor lijfrente of banksparen, u in principe niet meer vrij kunt beschikken over uw inleg. Het geld is geblokkeerd totdat u een uitkering krijgt. Het verschil met een toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve of pensioenopbouw in uw BV is dat er daadwerkelijk een storting moet plaatsvinden. Dit kan een nadeel zijn als u geen liquide middelen heeft om af te kunnen storten. Voordeel van afstorten is dat u in de toekomst niet wordt geconfronteerd met een onverwachte belastingschuld die voortvloeit uit de afwikkeling van de fiscale oudedagsreserve en u de belastingschuld niet kunt betalen.

Eerder afkopen is wellicht wel mogelijk, maar niet zonder een extra hoge belastingclaim.

Zet u liever geen geld vast in een lijfrenteverzekering voor jaren? Dan kunt u ook geld voor uw pensioen sparen of beleggen in box 3. U mist dan wel het belastingvoordeel van de aftrek én u moet mogelijk jaarlijks vermogensrendementsheffing betalen.

Mogelijkheden met de oudedagsverplichting (ODV)

Bij het afschaffen van het pensioen in eigen beheer (PEB) hebben directeur-aandeelhouders (dga’s) hun pensioen kunnen omzetten in een oudedagsverplichting (ODV). Een ODV-aanspraak die op de balans van de BV staat kunt u ook afstorten in een bankspaarproduct. De uiterlijke ingangsdatum van een uitkering uit een bankspaarproduct is 5 jaar na uw AOW-datum. De looptijd van een bankspaarproduct mag korter zijn dan 20 jaar. Dit in tegenstelling tot een uitkering uit uw ODV, die dient uiterlijk op AOW datum in te gaan en moet in een periode van 20 jaar worden uitgekeerd [10].

Wordt de ODV uitkering belast in de hoogste belastingschijf? Dan kunt u overwegen om deze uitkering te gebruiken als lijfrentepremie en afstorten in een bankspaarproduct. Mogelijk kunt u de uitkeringen op een later tijdstip genieten tegen een lager belastingtarief. Sinds de invoering van de pensioenwet mag u tot 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd nog lijfrentepremies inleggen voor een lijfrente. Tot nu toe lag die grens bij de AOW-leeftijd.

Conclusie

De pensioenwet biedt ondernemers meer mogelijkheden om vanaf 2023 fiscaal vriendelijk extra pensioen op te bouwen. De pensioenwet geeft ook meer ruimte om ‘te spelen’ met de lijfrentepremieaftrek en dat biedt kansen voor uw financiële en fiscale planning.

[1] Vanaf een fiscaal inkomen van € 73.032

[2] Idem premie AOV

[3] Tot een fiscaal inkomen van € 37.150. Daarboven tot een inkomen van € 73.032 is dat 36,93% (tarieven 2023 exclusief bijdrage ZvW 5,43%)

[4] Let op: een hoger inkomen vanaf AOW-datum kan het recht op de toeslagen beperken

[5] Voor berekening van de jaarruimte/aftrek 2023 moet u overigens het inkomen over 2022 nemen

[6] Veronderstelde rendement is 0%

[7] AOW-uitkering, pensioen, bijbaantje etc

[8] Inkomen vanaf € 37.150, belastingtarief 36,93% en bijdrage ZvW 5,43%.

[9] Netto uitkering 5 * € 5.141,80 = € 25.907 – 42,36% = € 15.016

[10] Vindt de eerste ODV-uitkering plaatst voordat de dga de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt? Dan moet men de 20-jaarsperiode verlengen met de hele jaren die liggen tussen het uitkeren van de eerste ODV-termijn en het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Deel dit artikel


Wil jij op de hoogte worden gehouden met interessante updates waar je echt iets aan hebt?
Schrijf je dan hier in.




Alle Nieuws